"Kijk, hier werken wij aan een ecologische berm”. Dat stond vroeger op borden langs de snelweg in België. Als jonge bioloog moest ik daar om lachen. Rare jongens, die Belgen. Waardevolle natuur, daarvoor ga je toch naar een natuurgebied? Die bermen langs de snelweg stellen toch niks voor? In deze blogpost leg ik uit waarom ik mezelf vele jaren later toch heb benoemd tot ‘bermambassadeur’.
Door omstandigheden ben ik onze bermen en groenstroken en ander snippergroen (vanaf nu noem ik dat voor het gemak ‘bermen’) met andere ogen gaan bekijken.
Allereerst de versnippering van onze natuur. Natuurgebieden worden kleiner en komen verder uit elkaar te liggen. Bebouwing, (spoor)wegen, kanalen en dergelijke vormen barrières voor dieren en planten. Bermen zijn als groene linten en stapstenen die een fijnmazig netwerk vormen tussen het netwerk van ‘echte’ natuurgebieden. Trouwens wat is eigenlijk natuur? Er bestaat een brede definitie: natuur “van voordeur tot Waddenzee”. Het fijnmazige netwerk van tuintjes, bermen, groenstroken, parkjes en andere snippers is bij elkaar wel een enorme oppervlakte, groter dan menig beschermd natuurgebied.
Ten tweede de achteruitgang van de biodiversiteit. Veel bijzondere, maar ook algemene soorten zijn achteruitgegaan. Met de insectenrijkdom gaat het dramatisch slecht en dat werkt door in voedselketens. Intensieve landbouw en stikstof spelen een grote rol. Nu de kwaliteit van onze grote natuurgebieden is aangetast, kunnen onze bermen dienen als een plek waar in ieder geval géén pesticiden en mest worden gebruikt en waar een deel van onze inheemse flora en fauna zijn toevlucht kan zoeken. Bij ons op de ecologisch beheerde heuvel (Leersum, achter de Binder) heeft zich in korte tijd een populatie sprinkhanen gevestigd, met dank aan het ecologisch maaibeheer van de gemeente.
Tot slot wil ik stilstaan bij de lessen die mijn kinderen mij geleerd hebben. Een peuter ziet de wereld als een wonder. Wat een verbazing bij het zien van een slak of een lieveheersbeestje, een vlinder of een paardenbloem. Door met hun ogen naar de wereld om me heen te kijken, heb ik geleerd om die verwondering weer opnieuw te voelen. Wat de Belgische bermborden niet voor elkaar hebben gekregen, hebben mijn kinderen wél bereikt.
Het zal dan ook niemand verbazen dat ik heel blij ben met de pilots met ecologisch bermbeheer van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Omdat ik gemerkt heb dat er heel verschillend over dit ecologisch bermbeheer wordt gedacht (niet iedereen is er van gecharmeerd dat er minder en anders gemaaid wordt) heb ik me voorgenomen om in oktober iedere dag op ‘Bermsafari’ te gaan en daar als ‘Bermambassadeur’ een ‘Bermberichtje’ over te schrijven. Voor mij geen Stoptober (ik rook niet) maar Bermtober. Misschien is er iemand die in november het stokje overneemt?
Comments